Bachata, de Dominicaanse Blues

Dit artikel uit 2011 hing er een beetje ongemakkelijk bij en krijgt een herkansing. Ditmaal mét danslessen. Bachateame!
 
Bachata

Bachata is gitaarmuziek afkomstig uit de Dominicaanse Republiek. Nu overweldigend populair, niet alleen onder latino’s, maar tot de jaren negentig slechts te horen in obscure bars en bordelen en behandeld als een muzikale paria in eigen land, volledig genegeerd door de media.

In de jaren zestig hoorde je in de Dominicaanse Republiek vooral merengue, gespeeld door orkesten met accordeon en blazers. Dit was grotendeels te danken aan dictator Trujillo, een groot liefhebber van deze muziekstijl. Trujillo riep in 1936 de merengue uit tot nationaal symbool en werd overal waar hij kwam vergezeld door merengue orkesten. Hij gebruikte deze muziek ook als propaganda en liet vele nummer schrijven ter ere van zichzelf.

Ondanks de populariteit van de merengue was op het platteland een heel andere muzieksoort te horen; informele gitaarmuziek, ontstaan uit de Cubaanse bolero die eind negentiende eeuw de Dominicaanse Republiek bereikte. Het was eenvoudige en meestal romantische muziek, die door iedereen gespeeld kon worden als er maar een gitaar voorhanden was.

De eerste bachataplaat

Na Trujillo’s dood, die uiteraard de muziekindustrie in handen had, werd in 1962 de eerste bachataplaat opgenomen door José Manuel Calderón (Borracho de amor, en Que será de mi). Hoewel deze akoestische gitaarmuziek weinig lijkt op de huidige bachata wordt het wel algemeen erkend als de eerste bachataplaat. Een belangrijke toevoeging door Calderón was de typisch Dominicaanse guïra (metale cilindervormige rasp). Op dit moment werd deze muziek nog geen bachata genoemd, maar was onder andere bekend als bolero campesino (boerenbolero).

Met het aanbreken van het Balaguer-regime begon een nieuw tijdperk. Hoewel het regime van deze voormalig rechterhand van de dictator eigenlijk een voortzetting was van het Trujillo-regime waren er enkele verschillen die een grote invloed hadden op de muziek. Een daarvan was dat Balaguer het land openstelde voor buitenlandse investeerders. Als gevolg hiervan verloren honderdduizenden boeren hun land aan Amerikaanse multinationals. Een groot deel trok naar de hoofdstad Santo Domingo en kwam terecht in getto’s. De eenvoudige boeren van weleer waren nu werkeloze armoedzaaiers, die zich economisch en sociaal gemarginaliseerd en overbodig voelden. De romantische boerenbolero werd bitter, en gaf vooral uitdrukking aan de frustraties en verlangens van de kansloze onderklasse.

De boerenbolero wordt bachata

Vanaf de jaren zeventig werd de muziek aangeduid met bachata. Het woord bachata betekent eigenlijk een spontaan feestje, met muziek, drank en eten. Maar het woord had een duidelijke associatie met de lagere klasse, een ‘net feest’ zou nooit bachata genoemd worden. Het gebruik van deze term was dan ook denigrerend bedoeld, en impliceerde achterlijkheid en vulgariteit.

Muzikanten zelf bleven hun muziek dan ook liever bolero noemen, maar naarmate de muziek veranderde dekte dit de lading niet meer. De muziek werd sneller, maar vooral ook ruwer. De romantische bolero’s veranderden in verhalen over het harde leven in de gevaarlijke achterbuurten. De naam bolero was voor deze muziek niet meer gepast. Een tijdlang is de omschrijving amargue (bitterheid) gebruikt. Volgens muzikanten zou bachata alleen slaan op de ruwe nummers, en amargue op de rustigere, meer romantische nummers. Maar ook deze term heeft het uiteindelijk niet gered, en bachata werd de verzamelnaam voor deze muziekstijl. Een naam die nu niet meer alleen werd geassocieerd met een lage sociale status en boerenpummels maar meer nog met sociaal onacceptabele zaken als geweld, drank, prostitutie en losbandigheid. De teksten stonden, dankzij de sterke associatie met prostitutie en bordelen, bol van de seksuele dubbelzinnigheden en machismo. Allesbehalve fatsoenlijke muziek dus, ongeschikt om te naar te luisteren met vrouw en kinderen en diende genegeerd te worden door iedereen die niet met de zelfkant van de maatschappij geassocieerd wilde worden.

De ommekeer

In 1982 scoorde Luis Segura met het romantische Pena por Ti een grote nationale hit. Het was de eerste keer dat de bachata er, tijdelijk althans, in slaagde de bordelen te verlaten, het nummer werd zelfs uitgezonden op nationale televisie. In de jaren tachtig vond er ook een belangrijke verandering in de instrumentatie plaats; de elektrische gitaar  werd toegevoegd. Dit gebeurde door Blas Duran, in Consejo a las Mujeres, wat een enorme hit werd in 1987. Er kwamen meer invloeden van de merengue en son in de bachata, en de muziek kreeg zijn ritmische mambo deel. Op dit punt brak de bachata definitief met de bolero en werd een duidelijk eigen stijl. Langzaam begon het een groter publiek te bereiken, de deuren waren geopend voor bachateros als Anthony SantosRaulín Rodríguez en Luis Vargas.

Verschillende factoren hebben bijgedragen aan het ‘bovengronds’ komen van de bachata. Zo kwamen er in de jaren tachtig steeds meer Dominicanen van de werkende klasse in de VS te wonen. Tot deze tijd was de Latin muziekindustrie in New York nog behoorlijk elitair, en concentreerde zich op de merengue orkesten. Nu er meer en meer immigraten kwamen die vertrouwd waren met de bachata veranderde dit. Ook omdat de sociale druk in New York minder een rol speelde dan in het thuisland. Hier was iedereen ver weg van huis, ontheemd, en op zoek naar authentieke geluiden van thuis. In New York kon de bachata dus voorzichtig zijn gezicht weer laten zien.

Een ander belangrijk keerpunt was het album Bachata Rosa van Juan Luis Guerra, dat een internationaal succes werd en in 1992 bekroond werd met een grammy. Juan Luis Guerra was geen arme straatmuzikant uit de getto, maar een gerespecteerde succesvolle muzikant uit een goed milieu met een conservatoriumopleiding. Zijn verfijnde teksten en arrangementen maakte de muziek geschikt voor de middenklasse.

Bachata in het daglicht

De bachata begon zijn negatieve imago langzaam te verliezen en was vanaf begin jaren negentig zelfs regelmatig te horen op de grote radiostations. De nieuwe generatie bachateros waren steeds vaker getrainde muzikanten van goede afkomst en de muziek werd opgepoetst. Het werd melodischer, verfijnder en de stoere vrouw-onvriendelijke macho-praat maakte plaats voor teksten zoals Joe Veras’ Por tu amor, waarin hij belooft te koken, poetsen en voor de kinderen te zorgen. Het duo Monchy & Alexandra zorgde met hun romantische bachatas voor het eerste echte internationale succes. Hoja en Blanco, een cover van een populair vallenato uit Colombia werd een in 1999 megahit en bracht de bachata naar alle uithoeken van Latijns-Amerika. In 2004 zorgde de in New York gebaseerde band Aventura ervoor dat ook de rest van de wereld kennis maakte met bachata. De single Obsesion stond in diverse Europese landen wekenlang op nummer 1. In Nederland bereikte de single de vierde positie in de hitlijsten.

Als je een optreden bekijkt van de immens populaire Aventura bekijkt, in een uitverkocht Madison Square Garden in New York, dan is duidelijk dat hun show en de met R&B invloeden en Engelse teksten doorspekte muziek nog maar weinig te maken met de eerste eenvoudige bachateros. Maar ook maakt de uitzinnige menigte duidelijk dat bachata niet meer beperkt is tot obscure achterbuurtbarretjes waar met men liever niet gezien wil worden. Bachata kan het daglicht weer verdragen!

En dan nu aan de slag:

 

Plaats een reactie